Ga verder naar de inhoud

De oorzaak van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa: wat weten we?

Auteur: Dr. Steven Van Outryve

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, samen bekend als inflammatoire darmziekten (IBD), zijn chronische aandoeningen die het spijsverteringskanaal aantasten. Hoewel de exacte oorzaken van deze ziekten nog niet volledig zijn opgehelderd, heeft wetenschappelijk onderzoek de afgelopen decennia belangrijke inzichten opgeleverd. Hieronder bespreken we de belangrijkste factoren die bijdragen aan het ontstaan van deze complexe aandoeningen.

Genetische aanleg

Een van de meest fundamentele ontdekkingen in het onderzoek naar IBD is de rol van genetica. Studies tonen aan dat de familiale voorgeschiedenis een belangrijke risicofactor is: mensen met een familielid dat lijdt aan IBD, hebben een verhoogd risico om zelf de ziekte te ontwikkelen. Volgens onderzoek heeft ongeveer 5% tot 20% van de patiënten met IBD ook één eerstelijnsverwante (zoals een ouder, kind, of broer of zus) met een chronische inflammatoire darmziekte.

Er zijn ondertussen meer dan 200 genetische afwijkingen gevonden die een rol spelen in het ontwikkelen van een chronische inflammatoire darmontsteking. Specifieke genetische mutaties, zoals in het NOD2-gen, zijn bijvoorbeeld in verband gebracht met de ziekte van Crohn. Dit gen speelt een rol in de herkenning van bacteriële componenten door het immuunsysteem. Andere genen, zoals die betrokken zijn bij de barrièrefunctie van de darmwand en de regulatie van ontstekingsreacties, worden eveneens geassocieerd met IBD.

Immuunsysteem

Een overactief of ontregeld immuunsysteem speelt een centrale rol bij het ontstaan van IBD. Bij gezonde individuen zorgt het immuunsysteem voor een balans tussen de afweer tegen schadelijke ziekteverwekkers en tolerantie voor onschuldige micro-organismen in de darm. Bij mensen met IBD lijkt deze balans te worden verstoord, wat leidt tot een chronische ontstekingsreactie. De exacte triggers voor deze immuunrespons zijn nog onduidelijk, maar er wordt vermoed dat zowel genetische als omgevingsfactoren bijdragen aan deze ontregeling.

Microbioom

Het darmmicrobioom, de verzameling van micro-organismen in het spijsverteringskanaal, speelt een cruciale rol in de gezondheid van de darmen. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met IBD een afwijkende samenstelling van het microbioom hebben, een toestand die bekend staat als dysbiose. Dit onevenwicht kan leiden tot een verhoogde productie van ontstekingsbevorderende stoffen en een verminderde bescherming tegen schadelijke bacteriën. Het is echter nog onduidelijk of de dysbiose een oorzaak of een gevolg is van de ziekte.

Omgevingsfactoren

Hoewel genetica een belangrijke rol speelt, kunnen omgevingsfactoren de kans op het ontwikkelen van IBD aanzienlijk verhogen. Voeding, levensstijl en blootstelling aan bepaalde stoffen zijn belangrijke factoren:

  • Dieet: Een westers dieet, rijk aan bewerkte voedingsmiddelen, suikers en vetten, is geassocieerd met een verhoogd risico op IBD. Deze voedingsmiddelen kunnen bijdragen aan dysbiose en de barrièrefunctie van de darm aantasten.
  • Roken: Roken is een bekende risicofactor voor de ziekte van Crohn, maar lijkt juist een beschermende werking te hebben bij colitis ulcerosa. (Roken wordt echter niet aangeraden, gezien het kankerverwekkend is).
  • Antibioticagebruik: Overmatig gebruik van antibiotica kan het microbioom verstoren en mogelijk bijdragen aan het ontstaan van IBD.

Epigenetica

Epigenetica is een vakgebied binnen de biologie dat zich bezighoudt met de manier waarop genen worden aan- of uitgezet zonder de onderliggende DNA-volgorde te veranderen. Epigenetische veranderingenworden steeds meer erkend als een belangrijke factor in het ontstaan van IBD. Omgevingsfactoren zoals stress, voeding en infecties kunnen epigenetische aanpassingen veroorzaken, die op hun beurt invloed hebben op ontstekingsreacties en de darmgezondheid.

Zo kan het zijn dat twee eeneiige (‘identieke’) tweelingen door een andere levensstijl (verschillend voedingspatroon, al dan niet roken en drinken van alcohol, meer of minder blootstelling aan stress,…) verschillende epigenetische veranderingen ondergaan. Hierdoor kunnen ze ondanks dezelfde genetische code toch verschillen van uiterlijk of bijvoorbeeld een betere of minder goede gezondheid hebben.

Conclusie

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn complexe aandoeningen met een multifactoriële oorzaak. Een combinatie van genetische aanleg, immuunsysteemontregeling, veranderingen in het microbioom en omgevingsfactoren draagt bij aan het ontstaan van deze ziekten. Hoewel er nog veel onbekend is, heeft voortgaand onderzoek al geleid tot steeds betere behandelingen en een beter begrip van de onderliggende mechanismen. Dit biedt hoop op toekomstige doorbraken, zoals gepersonaliseerde therapieën die zijn afgestemd op de unieke kenmerken van elke patiënt.

Met de steun van deze sponsors Alle sponsors bekijken