Ga verder naar de inhoud

IBD in het "postpartum"

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa ontstaan meestal op jonge leeftijd. Dit betekent dat het thema “zwangerschap en IBD” vaak ter sprake komt. Het gaat hierbij voornamelijk om vragen rond het risico op IBD bij de kinderen, rond vruchtbaarheid, rond het gebruik van medicatie voor en tijdens de zwangerschap maar ook rond het risico voor een opstoot van de ziekte tijdens de zwangerschap en het gevaar hiervan voor de ongeboren vrucht.

Maar met de bevalling is het hoofdstuk eigenlijk niet afgesloten. Tijdens de periode na de geboorte (ook “postpartum” genoemd) kunnen nog relevante vragen aan bod komen:

  • Moet ik bepaalde voorzorgen nemen voor mij of mijn kind na de bevalling?
  • Kan ik borstvoeding geven? Is dit veilig voor mij of mijn kind? Mag ik mijn medicatie dan verder nemen?
  • Wat is het risico op herval van IBD na een bevalling?
  • Heeft een zwangerschap invloed op het verder verloop van mijn ziekte?
  • Loopt mijn kind nu ook risico op IBD?

We gaan proberen deze vragen hier kort en stap voor stap te beantwoorden.

Moet ik bepaalde voorzorgen nemen voor mij of mijn kind na de bevalling?

In geval uw onderhoudsmedicatie werd gestopt tijdens de zwangerschap (bv anti-TNF in de 24ste zwangerschapsweek) neemt uw gynaecoloog of uzelf na de bevalling best zo snel mogelijk contact op met uw behandelende gastro-enteroloog. Vaak zal men immers zo snel mogelijk willen herstarten met deze behandeling.

Verder is het belangrijk om te beseffen dat patiënten met IBD een verhoogde kans hebben op een veneuze trombose (in de volksmond soms “flebitis” genoemd). Daarom wordt aangeraden om na de bevalling gedurende 10 dagen onderhuidse bloedverdunners (laag moleculair gewichts- heparines of LMWH) toe te dienen. In geval van een keizersnede dient 3-6 weken trombosepreventie met LMWH gegeven te worden
In geval u anti-TNF gebruikte tijdens de zwangerschap (bv Humira®, Remicade® of Simponi®), zeker indien dit uitzonderlijk toch tot het einde werd doorgegeven, moet men voorzichtig zijn met het toedienen van levende vaccins aan de zuigeling.

Het Rota virus vaccin wordt toegediend op week 8 en week 12 in geval van Rotarix® (dus 2x toediening) en op week 8, week 12 en week 16 in geval van Rotateq® (dus 3x toediening). De andere levende vaccins (Mazelen, Bof en Rubella, varicella) worden pas toegediend op de leeftijd van 12 maanden, wat geen probleem meer is, ook niet zo het kind nog borstvoeding krijgt op de leeftijd van 12 maanden, bij een moeder die een biological krijgt. Dit bespreekt u best met de pediater.

Kan ik borstvoeding geven? Is dit veilig voor mij of mijn kind? Mag ik mijn medicatie dan verder nemen?

Het geven van borstvoeding is meestal mogelijk. Er zijn zelfs vermoedens dat het geven van borstvoeding het risico op herval na de bevalling zou verkleinen hoewel dit laatste nog niet met zekerheid bevestigd kon worden. De meeste medicijnen kunnen in principe tijdens het geven van borstvoeding worden verder genomen. De grote uitzondering is Methotrexaat® (of Ledertrexaat®). Onder Methotrexaat® is borstvoeding absoluut afgeraden. Entyvio® is pas sinds oktober 2015 op de markt en daarom zijn er voorlopig zeer weinig gegevens rond de veiligheid bekend. Verder lijkt het gebruik van anti-TNF (bv Humira®, Remicade® of Simponi®) en azathioprine (Imuran®) of 6-mercaptopurine (Puri-Nethol®) veilig hoewel het een feit is dat deze medicijnen wel in lage concentratie in de moedermelk worden aangetroffen.

De volgende tabel geeft een samenvatting van de verschillende medicijnen:

Stofnaam

Merknaam

Advies

Commentaar

Mesalazine

Pentasa®

Colitofalk®

Claversal®

Salazopyrine®

Veilig

Prednisolone

Medrol®

Veilig, best niet in 1ste trimester

Budesonide

Entocort®
Budenofalk®

Vermoedelijk veilig

Weinig gegevens

Beclomethasone

Clipper®

Vermoedelijk veilig

Weinig gegevens

Azathioprine

Imuran®

Vermoedelijk veilig

Lage concentratie in moedermelk

6-mercaptopurine

Puri-Nethol®

Vermoedelijk veilig

Lage concentratie in moedermelk

Infliximab

Remicade®

Vermoedelijk veilig

Lage concentratie in moedermelk

Adalimumab

Humira®

Vermoedelijk veilig

Lage concentratie in moedermelk

Golimumab

Simponi®

Vermoedelijk veilig

Lage concentratie in moedermelk, weinig gegevens

Vedolizumab

Entyvio®

onduidelijk

Weinig gegevens

Methotrexaat

Ledertrexaat®

Emthexaat®

NIET toegelaten!!

NIET toegelaten!!

Ciclosporine

Neoral®

Mogelijk

Enkel indien voordelen > nadelen (afh. van situatie tot situatie)

Cipro-/Levofloxacine

Ciproxine®

Tavanic®

Mogelijk

Bij voorkeur te mijden, tenzij het niet anders kan

Metronidazole

Flagyl®

Mogelijk

Bij voorkeur te mijden, tenzij het niet anders kan

Ustekinumab

Weinig gegevens, vermoedelijk laag risico

Tofacitinib

Niet aangewezen (weinig data evenwel)

Wat is het risico op herval van IBD na een bevalling?

Het risico op een nieuwe opstoot van IBD na de bevalling wordt geschat op 30%. Er zijn een aantal factoren die dit risico mee bepalen. Af en toe wordt medicatie (soms onnodig) gestopt om borstvoeding te kunnen geven. Dit kan uiteraard een opflakkering van de ziekte uitlokken en is meteen de grootste risicofactor.

Verder is ook ziekteactiviteit op moment van de bevruchting of tijdens de zwangerschap een risicofactor voor het opflakkeren van de ziekte na de bevalling. Bij de ziekte van Crohn zijn het vooral de patiënten met aantasting van de dikke darm (colon) die het meest risico lopen om te hervallen.

Heeft een zwangerschap invloed op het verder verloop van mijn ziekte?

Het lijkt erop dat zwangerschap een gunstig effect kan hebben op het verder verloop van IBD. Een studie toonde aan dat patiënten minder opstoten hadden in de 4 jaar na de bevalling dan in de 3 jaar voor de zwangerschap. Daarenboven zijn er zelfs aanwijzingen dat er mogelijks minder complicaties optreden nadien, zoals vernauwingen of noodzaak tot chirurgie.

Loopt mijn kind nu ook risico op IBD?

Kinderen met familieleden met IBD hebben een iets verhoogde kans om zelf Crohn of colitis ulcerosa te ontwikkelen. Dit risico mag evenwel niet worden overschat. In geval 1 van beide ouders IBD heeft, is het risico <10%. Dit verhoogt wel naar >30% in geval beide ouders Crohn of colitis ulcerosa hebben. Een broer of zus van een patiënt met Crohn loopt 2-3% kans, van een patiënt met colitis ulcerosa 0.5-1%.

Besluit:

  • Het risico op herval van IBD na de bevalling is ca 30%. Het stoppen van medicatie en ziekteactiviteit tijdens de zwangerschap zijn de belangrijkste risicofactoren.
  • Zwangerschap lijkt een gunstig effect te hebben op het verder verloop van IBD.
  • Borstvoeding kan vaak wel maar is absoluut afgeraden in geval van behandeling met Methotrexaat® of Tofacitinib (Xeljanz®).
  • Het risico op een veneuze trombose is verhoogd. Hiervoor geeft men preventief gedurende 10 dagen onderhuidse bloedverdunners, of 3 à 6 weken in geval van een keizersnede.
  • Voorzichtig met levende vaccins bij de zuigeling (bv Rota virus) in geval van gebruik van alle biologische behandelingen tijdens de zwangerschap.
  • Neem vrij snel na je bevalling contact op met je behandelende gastro-enteroloog

Met de medewerking van dr. Steven Van Outryve, dr. Dirk Staessen en dr. Hanne Ooms

Met de steun van deze sponsors Alle sponsors bekijken