Ga verder naar de inhoud

Je toestemming is steeds vereist…

De patiëntenrechtenwet garandeert iedere patiënt het recht op geïnformeerde toestemming. Dat betekent dat je als patiënt het recht hebt om bij iedere tussenkomst van een zorgverlener je toestemming te geven of te weigeren. Geen enkele handeling kan zonder je toestemming opgestart, voortgezet of stopgezet worden. Je kan dus niet verplicht worden om een behandeling te ondergaan.

…uitdrukkelijk of stilzwijgend

Je moet uitdrukkelijk toestemming geven, behalve wanneer de zorgverlener uit je gedrag kan afleiden dat je akkoord gaat. We spreken van uitdrukkelijke toestemming als je expliciet je toestemming geeft. Je antwoordt bijvoorbeeld ‘ja’ wanneer de arts vraagt of hij een bloedstaal mag nemen. Als je impliciet je toestemming geeft, spreken we van stilzwijgende toestemming. Zo kan je je arm uitsteken nadat de arts zegt dat hij een bloedstaal wil nemen. Zowel jij als de beroepsbeoefenaar kunnen vragen om de toestemming (of weigering) schriftelijk vast te leggen. Dat document wordt dan toegevoegd aan je patiëntendossier.



Welke informatie moet je krijgen voor je toestemming geeft?

De zorgverlener moet je vooraf en tijdig alle informatie geven die nodig is om een goede beslissing te nemen. Voor je kan toestemmen, moet hij je volledig informeren over de volgende dingen:

  • het doel;
  • de aard;
  • de graad van urgentie;
  • de duur;
  • de frequentie;
  • de relevante tegenaanwijzingen;
  • nevenwerkingen en risico’s verbonden aan de tussenkomst;
  • de nazorg;
  • de mogelijke alternatieven;
  • de financiële gevolgen ;
  • andere relevante verduidelijkingen.

De zorgverlener moet je steeds alle informatie geven. Als het gaat om informatie over een tussenkomst, mag hij zich dus niet beroepen op de therapeutische exceptie. Als gevolg van een Europese Richtlijn³ moet de zorgverlener je voortaan ook laten weten of hij al dan niet verzekerd is voor zijn beroepsaansprakelijkheid. Dit kan belangrijk zijn om met kennis van zaken al dan niet toe te stemmen met een voorgestelde behandeling. De zorgverlener moet je bovendien informeren over zijn vergunnings- of registratiestatus. Dat betekent dat hij je onder meer inlicht over het visum dat hij van de minister van Volksgezondheid ontving voor de uitoefening van zijn beroep, zijn inschrijving bij het RIZIV of de Orde van Geneesheren.

Je toestemming weigeren of intrekken

Je mag steeds je toestemming voor een bepaalde tussenkomst weigeren of intrekken. De zorgverlener is verplicht je te informeren over de mogelijke gevolgen van je weigering of intrekking van je toestemming. Hij moet je beslissing volledig respecteren. Het weigeren of intrekken van je toestemming mag er niet toe leiden dat je recht op kwaliteitsvolle zorg in het gedrang komt. Je kan ook nu al een weigering voor een bepaalde behandeling vastleggen voor wanneer je zelf niet meer in staat bent om je rechten uit te oefenen. Dat kan je door schriftelijk een negatieve wilsverklaring op te stellen. Het is belangrijk dat deze verklaring ondubbelzinnig is opgesteld zodat er over je wil geen twijfel mogelijk is. De wilsverklaring moet volledig gerespecteerd worden.

En als men je toestemming niet kan vragen?

Wat als een zorgverlener je toestemming niet kan vragen omdat je bijvoorbeeld bij een ongeval bewusteloos raakt maar je toch dringend behandeld moet worden? De zorgverlener moet dan alle behandelingen starten die hij noodzakelijk acht. Hij moet steeds handelen in het belang van je gezondheid. Bovendien moet hij in je patiëntendossier vermelden dat er geen toestemming werd gegeven en dat het om een spoedgeval ging. Zodra je toestand het weer toelaat of men je vertegenwoordiger kan bereiken, zijn je rechten weer helemaal van kracht.

3. —Richtlijn 2011/21/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.


Bron: VPP brochure "Patiëntenrechten"


Met de steun van deze sponsors Alle sponsors bekijken