Ga verder naar de inhoud

Voeding: Best Practice Adviezen

Beschrijving

Voeding speelt een cruciale rol in de menselijke gezondheid en dit geldt in het bijzonder voor patiënten met inflammatoire darmziekten (IBD). Voedingsadviezen voor deze patiënten zijn echter vaak controversieel en vormen een bron van onzekerheid voor zowel artsen als patiënten. De rol van voeding is uitgebreid onderzocht, zowel als risicofactor voor de etiologie van IBD en therapie voor actieve ziekte. Voedingsrestricties, in combinatie met met de klinische complicaties van IBD, kunnen leiden tot ondervoeding, een vaak onderbelichte aandoening bij deze patiëntengroep.

De American Gastroenterological Association (AGA) heeft met haar Clinical Practice Update (CPU) als doel om best practice adviezen te bieden voor gastro-enterologen over de rol van voeding bij het management van IBD, met nadruk op het identificeren en behandelen van ondervoeding bij deze patiënten. Daarnaast worden aangepaste richtlijnen gegeven omtrent voeding tijdens remissie, actieve ziekte en darmfalen.

Hoewel een gezonde, Mediterrane voeding over het algemeen gunstig is voor patiënten met IBD, kunnen aanpassingen in de consistentie van voeding noodzakelijk zijn bij de aanwezigheid van darmvernauwingen of obstructies. Recente data bij patiënten met de ziekte van Crohn ondersteunen bovendien het gebruik van enterale voeding om remissie te bevorderen en ondervoeding aan te pakken bij patiënten in een preoperatieve setting. Parenterale voeding (TPN) is essentieel voor patiënten met acuut en/of chronisch darmfalen.

Tot slot vormen erkende diëtisten een essentieel onderdeel van het multidisciplinaire team dat verantwoordelijk is voor de optimale voedingsbeoordeling en het management van patiënten met IBD.

Methoden

De best practice adviezen zijn gebaseerd op een combinatie van bestaande literatuur en expertmeningen, met als doel praktisch advies te geven over de rol van voeding en voedingstherapieën bij patiënten met IBD. Aangezien dit geen systematische review was, is er geen formele beoordeling uitgevoerd van de kwaliteit van het bewijs of de sterkte van de gepresenteerde overwegingen.

Best Practice Adviezen

Best Practice Advies 1 Tenzij er een contra-indicatie is, moeten alle patiënten met IBD worden geadviseerd een Mediterrane voedingdieet te hanteren. Dit voedingspatroon is rijk aan een verscheidenheid van verse groenten en fruit, enkelvoudig onverzadigde vetten, complexe koolhydraten en magere eiwitten, en arm aan ultrabewerkte voedingsmiddelen, toegevoegde suikers en zout. Dit voedingspatroon is gunstig voor de algemene gezondheid het welzijn van deze patiënten. Tot op heden bestaat er echter geen dieet dat consequent is aangetoond om effectief te zijn in het verminderen van het aantal opstoten bij volwassen patiënten. Hoewel een voedingspatroon dat gekenmerkt wordt door een beperkte consumptie van rood en bewerkt vlees, het aantal opstoten van colitis ulcerosa kan verminderen, is er geen evidentie dat dit de kans op een terugval bij patiënten met de ziekte van Crohn vermindert.

Best Practice Advies 2 Patiënten met IBD die klachten ervaren van darmvernauwingen, kunnen vezelrijke, plantaardige voedingsmiddelen (bv. rauwe groenten en fruit) mogelijks niet verdragen vanwege hun textuur. Het is belangrijk om de nadruk te leggen op het zorgvuldig kauwen, koken en verwerken van groenten en fruit tot een zachte, minder vezelrijke consistentie. Dit kan patiënten met IBD en darmvernauwingen helpen om een grotere verscheidenheid aan plantaardige voedingsmiddelen en vezels in hun voeding op te nemen.

Best Practice Advies 3 Exclusieve enterale voeding (EEN) met vloeibare formules is een effectieve therapie voor het induceren van zowel klinische remissie als endoscopische respons bij de ziekte van Crohn, met sterker bewijs bij kinderen dan bij volwassenen. EEN kan worden overwogen als een steroïde-sparende overgangsbehandeling voor patiënten met de ziekte van Crohn.

Best Practice Advies 4 Het Crohn’s disease exclusion diet (CDED), een vorm van gedeeltelijke enterale voeding, kan een effectieve therapie zijn voor het induceren van klinische remissie en endoscopische respons bij milde tot matige ziekte van Crohn, vooral wanneer de diagnose recent werd vastgesteld.

Best Practice Advies 5 EEN kan een effectieve therapie zijn voor ondervoede patiënten voordat ze een electieve operatie ondergaan voor de ziekte van Crohn. Het helpt de voedingstoestand te optimaliseren en het risico op postoperatieve complicaties te verkleinen.

Best Practice Advies 6 Bij patiënten met IBD die een intra-abdominaal abces en/of ontsteking hebben waardoor het niet mogelijk is om voldoende voeding via het spijsverteringskanaal binnen te krijgen, kan tijdelijk parenterale voeding (TPN) worden gebruikt om de darmen rust te geven in de preoperatieve setting. Daarnaast kan dit helpen om infecties en ontstekingen te verminderen als overbrugging naar een definitieve chirurgische behandeling en om de chirurgische resultaten te optimaliseren.

Best Practice Advies 7 Het gebruik van parenterale voeding wordt geadviseerd bij patiënten met een high-output gastro-intestinale fistel, een langdurige ileus, het short bowel syndroom en bij patiënten met IBD die ernstig ondervoed zijn en waarbij orale en enterale voeding geprobeerd werden en niet succesvol waren, of wanneer enterale toegang niet haalbaar of aangewezen is.

Best Practice Advies 8 Bij patiënten met IBD en het short bowel syndroom moet langdurige parenterale voeding, indien mogelijk, worden omgezet naar een aangepast hydratatiemanagement (d.w.z. intraveneuze elektrolytensuppletie en/of orale rehydratatie-oplossingen) en orale inname om het risico op het ontwikkelen van complicaties op lange termijn te verminderen. Behandeling met glucagonachtige peptide-2 agonisten kan deze overgang vergemakkelijken.

Best Practice Advies 9 Alle patiënten met IBD moeten op regelmatige basis gescreend worden op ondervoeding door hun zorgverlener. Dit gebeurt door het beoordelen van signalen en symptomen, zoals ongewenst gewichtsverlies, oedeem en vochtretentie, en verlies van vet- en spiermassa. Wanneer deze verschijnselen worden waargenomen, is het noodzakelijk dat een erkende diëtist een uitgebreide en volledige evaluatie uitvoert. Serumeiwitten worden niet langer aanbevolen voor de identificatie en diagnose van ondervoeding vanwege hun gebrek aan specificiteit voor de voedingstoestand en hoge gevoeligheid voor ontstekingen.

Best Practice Advies 10 Alle patiënten met IBD moeten worden gecontroleerd op een tekort aan vitamine D en ijzer. Patiënten met uitgebreide ileale ziekte of een eerdere ingrepen aan dit deel van de darm (resectie of ileale pouch) moeten worden gecontroleerd op een tekort aan vitamine B12.

Best Practice Advies 11 Alle patiënten met gecompliceerde IBD, zowel ambulant als opgenomen, hebben recht op begeleiding door een erkende diëtist. Dit geldt vooral voor patiënten met ondervoeding, short bowel syndroom, enterocutane fistels en/of zij die complexere voedingstherapieën nodig hebben (bv. parenterale voeding, enterale voeding…). Het wordt aanbevolen dat alle patiënten met een nieuwe diagnose van IBD toegang hebben tot een erkende diëtist.

Best Practice Advies 12 Borstvoeding wordt geassocieerd met een lager risico op een diagnose van IBD tijdens de kindertijd. Een gezond, evenwichtig Mediterraan voedingspatroon dat rijk is aan een verscheidenheid aan groenten en fruit en een verminderde inname van ultrabewerkte voedingsmiddelen wordt geassocieerd met een lager risico op het ontwikkelen van IBD.

Bron: Belgian Inflammatory Bowel Disease Research and Development Group (BIRD)

Met de steun van deze sponsors Alle sponsors bekijken