Ga verder naar de inhoud

Voeding en IBD zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Heel wat patiënten ondervinden namelijk klachten bij het eten van bepaalde voedingsmiddelen of hebben tijdens een opstoot weinig eetlust waardoor ze minder gaan eten. Daarnaast is er veel interesse voor voeding als behandeling van colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Zo zijn er de laatste jaren al verschillende diëten ontwikkeld om remissie te bekomen en behouden. Tot nu is echter van geen enkel dieet bewezen dat het als therapie kan worden gebruikt. Wel moeten we bij de behandeling van IBD aandachtig zijn voor mogelijke voedingsproblemen zoals ondervoeding.

Voeding tijdens de behandeling

Tot op heden bestaat er geen dieet als behandeling voor IBD. Men kan een opstoot dus niet genezen door bepaalde voedingsmiddelen meer te gaan eten of net bepaalde voedingsmiddelen te gaan vermijden. Een opstoot kan ook niet uitgelokt worden door iets ‘verkeerd’ te eten.

Er circuleren echter verschillende diëten die claimen een opstoot van de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa te kunnen voorkomen/genezen: een specifiek koolhydratendieet, het FODMAP-dieet, een paleodieet,… Dit zijn eliminatiediëten waarbij men bepaalde voedingsmiddelen moet vermijden omdat men vermoedt dat ze klachten geven. Hoewel de diëten verschillend zijn, zijn het steeds min of meer dezelfde voedingsgroepen die vermeden moeten worden: graanproducten, lactose en vetten. Daarnaast wordt wel geadviseerd om veel groenten en fruit te eten. Afhankelijk van het dieet kan soms nog worden aangeraden om specifieke soorten fruit en groenten te vermijden. Men gaat er vanuit dat graanproducten en lactose onvoldoende worden verteerd in de dunne darm waardoor ze onverteerd in de dikke darm terechtkomen. Daar worden de onverteerde deeltjes door de darmbacteriën gefermenteerd, wat leidt tot een verstoring van de darmflora. De vezels en koolhydraten uit groenten en fruit zouden de groei van goede bacteriën in de dikke darm dan weer stimuleren en een positief effect hebben op de klachten. Hoewel voeding inderdaad een invloed kan hebben op de samenstelling van de darmflora, is van geen enkel eliminatiedieet bewezen dat het werkt als behandeling van IBD. Omdat deze diëten zo streng zijn, kunnen ze zelfs ondervoeding in de hand werken en dus eerder een negatief effect hebben. Ze kunnen leiden tot tekorten in calorieën, eiwitten, vitamines en mineralen.

Voeding heeft wel een belangrijke ondersteunende rol bij IBD, zowel tijdens remissie als tijdens een opstoot.

Remissie

Bij remissie zijn de aanbevelingen op gebied van voeding voor IBD-patiënten dezelfde als voor gezonde personen. We streven naar een gezonde en evenwichtige voeding. Hier kan men de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek volgen om een gezond voedingspatroon te bekomen. Veel patiënten ondervinden regelmatig klachten zoals winderigheid, een opgeblazen gevoel en diarree bij de inname van specifieke voedingsmiddelen. Het kan gaan om vezelrijke producten (volkorenproducten, groenten, fruit), vetrijke voeding, pikante voeding, melkproducten,… Andere patiënten ondervinden dan weer nergens last van. Wat wel en niet goed verdragen wordt verschilt dus sterk van persoon tot persoon. Samen met een diëtist kan er gekeken worden welke klachten en triggers er zijn. Op basis daarvan kan er een voedingsplan worden opgesteld.

Opstoot

Tijdens een opstoot kan het nodig zijn om de voeding tijdelijk aan te passen om de klachten te beperken. Wanneer de darm ontstoken is, is deze extra gevoelig. Zeer vezelrijke en vetrijke voeding wordt dan vaak moeilijker verdragen. Door de voeding aan te passen, kan men de klachten wat verlichten.

Door pijn, diarree en vermoeidheid tijdens een opstoot kan het moeilijk zijn om voldoende te eten. Aan de andere kant verhoogt een ontsteking in de darm juist de behoefte aan voedingsstoffen en energie. De ontsteking kan er ook voor zorgen dat je darm voedingsstoffen minder goed kan opnemen. Een verhoogde energiebehoefte enerzijds en een verminderde energie-inname en -opname anderzijds, kan ondervoeding in de hand werken. Dit leidt op zijn beurt tot gewichtsverlies, verlies van spiermassa en bijgevolg een minder vlot ziekteherstel.

Wanneer er sprake is van ondervoeding, is extra voedingsondersteuning noodzakelijk. Het is dan belangrijk om voldoende eiwitten en energie (calorieën) binnen te krijgen. Eiwitten zijn bouwstoffen die gebruikt worden voor de aanmaak en het behoud van verschillende weefsels in het lichaam, waaronder de spiermassa. Je vindt eiwitten voornamelijk terug in dierlijke producten zoals vlees, vis, kaas, eieren en melkproducten. Om voldoende energie binnen te krijgen, wordt geadviseerd voldoende gebruik te maken van vetten en koolhydraten, rekening houdend met wat de patiënt wel en niet kan verdragen. Soms lukt het niet om met gewone voeding voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Dan kan een supplement zoals drinkvoeding of zelfs sondevoeding noodzakelijk zijn.

Specifieke situaties

Extra voedingsaanpassingen kunnen nodig zijn in specifieke situaties.

Wanneer er sprake is van een vernauwing in de darm, kan er verstopping ontstaan. In dat geval zal de voeding (tijdelijk) vezelarmer en zachter moeten zijn. Afhankelijk van de ernst van de vernauwing kan het nodig zijn om vloeibare voeding te gebruiken.

Ook patiënten met een stoma zullen extra aandacht moeten hebben voor hun voeding. Voornamelijk bij een ileostoma is er een groot verlies van zout en vocht dat via de voeding zal moeten worden aangevuld. Er kunnen zich problemen van gas- of geurvorming voordoen. Dit kan door middel van enkele voedingsaanpassingen worden verholpen.

Met de steun van deze sponsors Alle sponsors bekijken